Op de fairway van hole 1 en hole 9 wordt een proef gedaan met een robotmaaier. Voor deze robotmaaier is met onmiddellijke ingang de volgende tijdelijke local rule van kracht:
De robotmaaier mag niet worden aangeraakt of verplaatst en vormt daarmee een uitzondering op Regel 15.2A (verplaatsbare kunstmatige objecten).
Regel 11.1: Als een bal in beweging per ongeluk de robotmaaier raakt en afketst, moet de bal gespeeld worden zoals deze ligt.
Regel 9.6: Als de bal tot stilstand komt tegen de bewegende robotmaaier en de bal wordt daardoor verplaatst, moet de bal worden herplaatst op de (zo goed mogelijk ingeschatte) originele plek.
Regel 11.1b: Als de bal tot stilstand komt op de robotmaaier moet de bal worden opgenomen en de speler moet een bal droppen. Het referentiepunt is de plaats recht onder het punt waar de bal tot stilstand kwam, de speler heeft een dropping zone van één stoklengte in hetzelfde gebied van de baan, niet dichter bij de hole.
De speler mag de bal pas spelen als de robotmaaier voldoende afstand heeft gekregen van zowel de dropping zone als de plaats waar de speler de stand wil innemen.